Bali
zondag 10 april 2011
Lieve mensen,
Mijn zus en zwager zitten een paar maanden in Indonesië en als Bert een verhaal schrijft (zie verderop) past enige bescheidenheid over eigen kunnen dus hou ik het maar bij wat foto's met onderschrift. Wij hadden hier de afgelopen week ons eigen Bali: alle records zijn weer gebroken, gisteren was het 32 graden.
De blog over de te verhuren mobile home komt er niet want daar blijven we voorlopig zelf in zitten. Gelukkig hebben we nog een reserve mobile die we eigenlijk gebruiken als opslag maar waar we, zij het wat primitief, gasten kunnen laten slapen. Voor 1 euro per nacht!
En die komen er: de eerste 3 weken van juni zijn al bezet en de laatste 2 weken van juli. Heel gezellig, we kijken er naar uit! En wie nog vakantieplannen moet maken: kijk eens op www.chateau-mavaleix.com waar Willem en Marica een prachtig hotel/restaurant hebben.
Of wie in het najaar naar China wil: www.jozien.eu.
de laatste actiefoto's want daarna vloog de betonmolen in brand, hield de tractor er mee op, viel de airco naar beneden en sprong de waterleiding. Allemaal op dezelfde dag.
Het zit niet altijd mee, maar we hebben elkaar.....Volgende week 10 jaar getrouwd (en 36 jaar samen)!
Bisou,
Jacq, Glenn, Bibi en de Dolleman
OOK HIER GAAT DE ZON ONDER
(voorpublicatie uit verhalenbundel "Eén met de dingen", te bestellen via internet vanaf juni bij www.mijnbestseller.nl)
1
Billy's huid was zo donker als een maanloze nacht. Het zwart werd zwarter door het wit van zijn tanden. Onwerkelijk zwart, hij had een huid om aan te raken. Hij keek me vriendelijk aan, stelde zich voor, vroeg naar mijn naam, sprak op zachte toon en stalde onnadrukkelijk een selektie van zijn waren uit: kralenkettingen, parelkettingen, dan olifantjes en Boeddha beeldjes in zilver. Ondertussen stelde hij vragen, babbelde door en deed al zijn waren weer terug in verschillende tassen.
'See you tomorrow'. Dat had hij goed begrepen, we zouden nog een week in Seminyak, Bali, blijven. Van alle verkopers tot dan toe deed Billy iets dat de anderen nog niet hadden gedaan. Billy had voorraden genoeg, hij had de tijd, hij ging een relatie aan.
Op de tweede dag kwam hij weer langs. Zijn huid was donkerder en zijn tanden waren witter. De spullen werden weer uitgestald. De parelkettingen waren best mooi.
'Noworry'. Alles ging weer in zijn tassen.
We waren een paar dagen op pad en daar was Billy weer.
'Ik moet ook even weg. Er wordt een ceremonie van mijn kleinzoon voor mijn achterkleinzoon gehouden'. Zijn selektie lag klaar. Mijn vrouw vond de parelkettingen het mooist. Billy bood er twee aan voor de prijs van één.
'Twee kettingen? Eén is genoeg'. Er werd onderhandeld, maar niet over de prijs. Billy was immers onze donkere vriend op een zonnige vakantiebestemming, die ons de tijd gaf om te kijken en beslissen? Uiteindelijk kocht mijn vrouw een parelketting voor de halve prijs van twee.
'You are a good seller', zei ik. Het wit van zijn ogen lichtte op. In zijn lach zag ik de wijdsheid van de Indische Archipel, frank en vrij.
2
Het was onze tweede dag na aankomst. Grace stond op ons te wachten. Zijn brommer stond voor de ingang.
'Boss, you're very lucky today. You won two T-shirts'. Hij gaf me een kraslot als bewijs. Een hotelketen had even verderop een nieuw hotel geopend. Aanbieding. Hij begon te krassen op een tweede lot.
'Madam, you're even more luckier. You won big price. I won big price too: 50 dollars. Come, let's go to the new hotel. Our prices are waiting'. Hij had een vrolijke krullenbol, een huid als ongepoetste bruine schoen. Versleten kleren om een tenger lijf. Grace kwam van Flores. Een premiejager op jacht naar dollars. Achttien, negentien jaar? We deden het voor hem vanwege zijn mooie naam en zijn originele aanpak. We lieten ons meenemen. We gingen aan de slag voor Grace en zijn 50 dollars. Die T-shirts waren voor ons. De rest was flauwekul, maffia, verlakkerij.
Het regende. Hij hield een taxi aan en daar gingen we -gratis- naar het nieuwe hotel. Gekidnapt. Daar zaten westerse marketeers te wachten voor een organisatie die zich presenteerde als 'the Legend Club'. Eerst nog glimlachen en vriendelijk knikken.
'Give Grace his 50 dollars', zei mijn vrouw uitdagend. Zover was het nog niet. Eerst moesten we vernemen hoe rijk en machtig hun hotel was. Wat behoorde er niet toe? Een indrukwekkende lijst met hotels, restaurants en minibars werd getoond. Wat behoorde hun niet toe? Alles, ons geld en ook onze toekomstige reisbudgetten, zoals bleek uit de rekenmodellen die ergens op een Business school in Harvard waren bedacht. We konden tien of vijfentwintig jaar lid worden van de club. Afhankelijk van de punten die je jaarlijks wilde sparen, verdiende je 'hotelweken'. Voordat je kon sparen, moest je echter eerst geld inleggen. En daar begon de valse vernuftigheid van de marketingstrategie: op die inleg kon je korting krijgen. 30% op de eerste inleg. Pas als die volledig betaald was, kon je gaan sparen. Verspreid over vele jaren: maar eerst betalen, cash of creditcard. Er liep veel vriendelijk personeel rond, de deuren waren dicht.
'Hypnotic approach, gimmie that', zei mijn vrouw uitdagend. Ze konden er niet om lachen. Ze kregen pas hun premie als wij tekenden. We zagen mensen hun handtekening zetten.
'I would like to have the T-shirts and give Grace his 50 dollars', zei ik na twee uur direct marketing.
Buiten regende het niet meer en de krekels tjerpten met het volume op vol.
3
Billy was een goede verkoper , maar Grace was de beste. 's Avonds sprak iemand me aan in het donker. Ik zag in zijn linkerhand gekopieerde CD's, DVD's. Ik schudde van nee. Toen liet hij zien wat hij in zijn rechterhand had: Viagrapillen.
'Boss, just for fun'! Ik probeerde nog te glimlachen, maar het lukte niet meer. Ik zei tegen mijn vrouw:'kom, we gaan naar bed. Morgen is er weer een dag'.
4
Er hingen vijf Suzuki buitenboordmotoren van elk 250 PK achter de fastboat. Deze trok een scheiding in het water zodat de bodem zichtbaar werd en hij liet hekgolven in de omvang van twee tsunami's achter zich. Het was op een zondagochtend. We werden afgezet in Bangsal, Lombok. Vervolgens werden we met paard en wagen 1000 meter verderop afgezet bij een taxistandplaats. We hadden er ook naar kunnen toelopen. Andere mogelijkheden waren er niet voor deze afstand: lokale folklore.
Het meest opvallende van de gereedstaande auto, was zijn geluid. Hanepi en zijn broer Sping stonden er naast, op ons te wachten. We gingen met hen mee. Hanepi was onze hotelmanager op een eiland voor de kust. Hij had een dagje vrij. Het geronk kwam uit een oude Honda Civic, een collectors item. Van binnen wit bekleed met skaileer, van buiten gehavend en gepleisterd, knalrood. Om hem op gang te houden mocht er niet teveel gas worden teruggenomen. Onderin zat veel paardenkracht en een zware bas.
Sping had een wollen rasta muts op en hij droeg een zonnebril. Donkere kleding. Hij reed. Hanepi had een grijs T-shirt aan, een zwarte broek en hij had een hoedje op, zoals de Bluesbrakers die droegen, maar dan van riet. De twee mannen van Lombok voorin, wij achterin. Mijn vrouw droeg een donkere rok, witte blouse, rode zonnebril en een wijde hoed. Haar haar was wit geworden in de zon. Ik was gekleed in mijn tropenkostuum, kakibroek, licht groene blouse met korte mouwen, mijn Ray-ban Prins Bernhard zonnebril en tropenhelm. Een plantersechtpaar op inspectie? Nee, maar wel zware bewaking en een snelle auto. Alle ramen open, geen airco...
De weg omhoog, de bergen in, was te slecht om gas te geven. Elke keer als het wel kon, leek de Civic krom te trekken door de paardenkracht. Alsof het chassis meeboog in de slip. Sping hield hem onverschrokken op de weg en trok hem elke keer weer recht. We reden door Monkey Forest. Een aap verzorgde opschudding omdat hij een fototoestel van een toerist had afgepakt. Ik zei tegen de mannen: 'Wie ooit het onzalige idee heeft gelanceerd dat wij van de apen afstammen, zou moeten worden opgepakt. Het is eerder andersom. Die apen stammen van ons af'. Instemmend gegrinnik en gegrom van de bewaking.
et dorp lag ergens in het midden van Lombok, op Mohammedanen eiland, vlak bij Praya. Er lagen daar veel dorpen in vochtige velden. Dorpen met allerlei handwerkslieden, weverijen van ikat; met bedrijfjes voor bereiding van tempé, tofu, bedrijfjes voor houtbewerking. Traditionele Sasakdorpen. Puur en armoedig. Het dorp lag er verregend bij, het was niet of nauwelijks bestraat. Overal waterpoelen. Het zwart overheerste er door het vulkanische zand, door de donkerte van nieuwe regen. Stenen en klinkers vormden de eilandjes in de dorpse archipel waarover wij ons voortbewogen.
De drukte in het dorp kwam niet alleen van mensen, maar ook van kippen, van eenden, van poezen, van enkele honden, van geiten en koeien. Vergeet niet de drukte van vliegen, zwaluwen, gekko's en tjitjakken. Buiten het dorp, honderden brommers, auto's en nog meer brommers en scooters. Hier in het dorp stonden ze geparkeerd op de enkele plekken waar het droog bleef.
De voorbereidingen voor de feestelijkheden waren in volle gang. Hanepi was nog ongetrouwd en hielp mee met de voorbereidingen van de maaltijd. Trouwens alle ongetrouwde mannen hielpen bij deze huwelijks ceremonie. Hanepi's vader was dorpsoudste en vervulde een belangrijke rol in het dorp. Hij liet zich even zien om ons te groeten. Sping was al getrouwd. Dus was hij vrijgesteld en hielp hij ons in traditionele kledij: elk een sarong en ik kreeg een kunstig gevouwen doek op mijn hoofd. Zo'n doek die de Balinese topkok Lonny altijd draagt.
Wij gingen naar het dorpspleintje. In het midden was een verhoging en waren er doeken voor de regen gespannen. Het orkest zat er al. Wij kregen als eregasten een plaats vooraan op het podium. Wij kregen koffie, zoetigheden. De ongetrouwde mannen waren bezig met de voorbereiding van de middagmaaltijd. Honderden mensen waren hier verzameld.
Het orkest begon. Traditionele muziek. Een als vrouw verklede man of een als man verklede vrouw -ik kwam er niet zo goed uit- danste, zong en vertelde het verhaal van het 'te vondeling gelegde kind'. Tussen zijn zang en de regels door, viel het orkest in met trommels, cimbalen, fluiten en een luit. Er heerste vrolijkheid en plezier. Bij navraag was de gezongen vertelling niet eenduidig. Het kon gaan om: niet te vroeg trouwen, want daar komen ongewenste kinderen van; als de moeder niet zelf een kind kan voeden en het te vondeling legt, dan kan het zijn dat het kind 'bijgevoed' wordt met koemelk en daar krijgt het 'dierlijke trekken' van; als je zegt dat je naar school gaat, doe dat dan ook en ga niet spijbelen, want daar kunnen ongewenste kinderen van komen. De laatste moderne uitleg beviel mij het beste.
De volgende ochtend bezochten we de moslimschool in het dorp. Ik kon niet zo snel een idee krijgen wat er precies onderwezen werd, maar als ze daar zouden beweren dat je van koemelk 'dierlijke neigingen' krijgt, zou ik ervoor kiezen om nog wat langer door te leren.
Na de gezamenlijke maaltijd in het dorp, even pauze met een biertje, rijstwijn en lekkernijen. 's Middags werd er weer een doek om mijn hoofd gevouwen. Een zwarte ditmaal. Ik kreeg een andere sarong om en een zwart jasje aan. Een soort kort jacket met een rij doublé knopen. Een half uniform uit de tijd van de Atjeh oorlog? Sommige van de inlanders hadden toch aan Nederlandse kant gevochten?
In ieder geval: sobere kledij voor een feestelijke optocht met de bruid en bruidegom. Gedurende twee uur verplaatste het gezelschap van honderden ongetrouwde lieden, familieleden en dorpsgenoten, zich van de moskee naar het nieuwe huis van de bruid. Ergens ver weg in de dessa.
Twee orkesten verzorgden de begeleiding. Het verkeer in alle richtingen liep kompleet vast. De tot vrouw verklede man of de tot man verklede vrouw hield een doorlopende voorstelling tijdens de optocht. De orkesten vielen nu beide in of speelden tegen elkaar op. De jonge mannen gingen blootsvoets. Ik liep mee op oude slippers van Hanepi. Ik had nog nooit op slippers gelopen, maar ik was blij dat ik mijn goede schoeisel had thuis gelaten. Het regende constant. De bruid zag er zo stralend uit alsof ze al in een nirwana was aangekomen. Die indruk maakte de bruidegom ook.
Voordat we hier heengingen, hadden we gevraagd wat een passend cadeau voor het bruidspaar was. 'Als het een vriend van je is, geef hem dan een condoom', zei iemand. 'De jonge echtparen krijgen veel te vroeg kinderen en pas dan realiseren ze zich de consequenties van hun huwelijk'. Dat leek ons een wat te familiair cadeau, maar toch. Ik moest denken aan de gezongen vertelling van die ochtend, aan zijn ouders, die het graag hadden gewild, maar niet konden lezen of schrijven. Ik dacht aan Hanepi, die het ver had geschopt met zijn studie en goed Engels sprak. Ik gunde hem graag een bruid, zo'n optocht door zijn dorp en die nacht die er op zou volgen. Hij had er de leeftijd voor, hij verdiende het met alle consequenties van dien.
Bali/Lombok, 22 maart-1 mei 2011
Bert Bakker
bertboulanger@mac.com, www.bertbakker.biz.